Nu de hitte zijn intrede heeft gedaan in ons kikkerland en er een aantal mensen die ik ken zijn afgereisd naar Portugal, wordt mijn ploetergeest weer teruggeworpen naar een herinnering van pakweg 25 jaar geleden. Ik ging met vriendin A. op backpack vakantie naar Portugal, we reisden per vliegtuig naar Lissabon en op de route naar Porto bezochten we verschillende plaatsjes.
Bij deze reis tuimelden we van de ene hilarische ervaring in de andere en dat noopte ons menigmaal de benen strak bij elkaar te houden teneinde niet in onze broek te plassen van de lach. De reden van de pret was het feit dat ik zelden zulke grote hoeveelheden hitsige mannen ben tegengekomen. Het was zelfs zo erg dat een voorbijrijdende brommerman getooid met André van Duinhelmpje tegen een paaltje op reed omdat hij praktisch omgekeerd op zijn brommer ging zitten om ons te kunnen blijven volgen.
Let wel de ploetervrouw was 25 had 25 kilo minder mee te sjouwen en had nog een huidje strak als een baby bil. Als ik nu kijk naar de vakantiefoto’s van toen zie ik hoe fris en fruitig we toen waren. Waarom dacht ik toen niet, ik ben best een lekker ding maar was ik alleen maar bezig met de imperfecties? Helaas besef je dat pas als je jeugd ver achter ligt en je de potjes dagcrème voor de rijpere huid echt niet meer kunt missen.
We verbleven enkele dagen in het idyllische vissersplaatje Peniche. Peniche had een prachtig totaal verlaten zandstrand. Nu was het de tijd dat in Nederland de stranden bezaaid lagen met topless vrouwen, het was zelfs zo dat je zwaar uit de toon viel als je je durfde te vertonen met bikini hesje aan. A en ik gingen een dagje naar het strand en zochten een beschut plekje uit in een duinpan, er was al niemand in de wijde omtrek te bekennen maar hier zou zeker niemand aanstoot kunnen nemen aan twee onttopte dames.
We lagen heerlijk te relaxen in ons duinpannetje toen A haar ogen opendeed zich oprichtte, en al wijzend stamelde “kijk dan!”. Er stond achter mij op de helling van het zand een man met zijn zwembroek halverwege zijn benen met een orgaan in zijn hand dat eruitzag alsof het zeer in zijn nopjes was. Ik was totaal perplex en omdat mijn Portugees nooit verder is gekomen dan obrigado (dank je) riep ik hard “ga weg, ga weg!”. Daar leek de man totaal geen boodschap aan te hebben want hij ging vrolijk verder met zijn handwerkje en het zag eruit dat hij koste wat het kost zou gaan zorgen dat deze klus geklaard ging worden. In een reflex pakte ik een flinke hap zand en gooide die met alle macht richting zijn kruis. Dit had het gewenste effect, hij liep op een drafje ondertussen zijn broek omhoog hijsend van het heuveltje naar beneden richting strand.
Na bekomen te zijn van de eerste schrik kregen we beiden een onbedaarlijke lachbui. Na dit incident bedacht A een historische bijnaam voor ons, wij waren vanaf dat moment de duindellen van Peniche en als we tijdens de reis weer eens zo onbedaarlijk moesten lachen dat het moeilijk werd om het droog te houden werd dat uitgebreid tot de incontinente duindellen van Peniche.
Ik heb niet meer de illusie dat er vandaag de dag nog een man tegen een paaltje zou kunnen knallen vanwege mijn fraaie uiterlijk. Als het zou gebeuren zou ik natuurlijk weer onbedaarlijk moeten lachen en zou denken dat de man zich vast op zijn brommertje had omgedraaid om zich zeker te stellen dat het de ploetervrouw was die hij in levenden lijve voorbij zag tippelen.
