Na mijn vwo-examen had ik het even gehad met school, ik had geen idee welke studie ik zou willen gaan doen dus ik besloot tot een oriënterend tussenjaar. Mijn idee was om te gaan werken via het uitzendbureau, een jaar zou voldoende moeten zijn om een plan van aanpak voor de toekomst tot stand te laten komen. Misschien zou ik zelfs wel op een werkplek terechtkomen waar mij een fantastische carrière te wachten stond. De carrièredroom bleek al snel een illusie want de werkzaamheden die ik mocht uitvoeren beperkten zich tot kopiëren en domweg gegevens in een database invullen.
In de laatste maanden van mijn tussenjaar kwam ik te werken bij de firma Hoekloos, een gassenproducent. Ik kwam terecht op een administratieve afdeling en leerde daar Ria kennen. Ria was achter in de 40, mijn schattingsvermogen is nooit ‘je van het` geweest, dus het zou ook rustig begin 50 kunnen zijn.
Ria was getrouwd en had geen kinderen. Haar lokken waren geknipt in een ‘frisse’ korte coupe, ze was behoorlijk corpulent en droeg meestal, althans in mijn geheugen, afzichtelijke veelkleurige bloemetjesblouses. Ria was continu aan het woord, de ganse dag braakte zij woorden uit. Haar monologen waren van een dermate niveau dat ze bij mij het ene oor in en direct het andere oor weer uitvlogen. De zelfbenoemde filosofe Ria filosofeerde zich suf. “Ik zit te filosoferen over welke bloemen ik nu moet gaan kopen dit weekend” of “ik filosofeer over wat we vanavond moeten gaan eten’’.
Haar echtgenoot noemde ze consequent haar vechtgenoot.
Na een paar maanden het geleuter van Ria te hebben aangehoord wist ik het zeker. Ik zou moeten proberen te vermijden om ooit nog met of tussen Ria’s te vertoeven. Dit soort werksferen diende ik zo lang mogelijk te vermijden. Geen kantoorgeseling voor mij. Educatie zou de enige manier zijn om aan deze middelmatige niksigheid te ontsnappen. Ik ging studeren dan zou een glansrijke carrière vanzelf volgen.
Picture this: het is ongeveer 15 jaar later. Samen met mijn gezin geniet ik van een heerlijke vakantie op Lesbos. In de avond gaan we gezellig uit eten in het dorpje. De dametjes worden ontzettend gelukkig van chocoladetaart als toetje dus besluiten we na het diner een tentje binnen te stappen waarvan de taartjes vanuit de vitrine ‘eet me’ lijken te roepen.
Voordat ik aan het tafeltje ga zitten wil ik even naar het toilet, daarvoor moet ik een trap af naar beneden. Het is nogal donker dus ik houd me goed vast en kijk goed uit waar ik mijn voeten zet. Als ik onderaan de trap mijn gezicht ophef sta ik plotsklaps oog in oog met iemand uit een ver verleden, Ria. Verlicht door een fel Tl licht hangt een paar meter verder aan de muur een grote passpiegel. Ik kijk naar een vrouw van 40+ met een `frisse` korte coupe, een potig postuur en verdomd een felgekleurd bloemetjes bloesje. Alleen is er echt niemand anders in de ruimte te bekennen, ik ben alleen. De vrouw in de spiegel ben ik zelf.
Ik kom plotsklaps tot het verschrikkelijke besef dat ik een Ria 2.0 ben geworden. Niet alleen mijn uiterlijk maar ook mijn carrière heeft zich ontwikkeld tot een Ria-kopie. Ik ben de dans niet ontsprongen, nee ik ben er na mijn studie vol ingedoken en er niet aan ontsnapt. Vrijwillig, zonder dwang ben ik jaren in een kantoorfunctie blijven hangen waarvan ik niet echt gelukkig word. Voor de veiligheid, omdat ik niet van verandering hou, omdat de angst voor iets nieuws mij altijd weer regeert.
Wil je weten wie de ploetervrouw is? Lees dan Wie en waarom