Eindexamen

Duim

Donderdag zou de oudste dochter vanaf 3 uur gebeld worden of ze wel of niet geslaagd was voor haar Havo-eindexamen. Tot die tijd moesten we samen de tijd proberen te doden. We besloten een beproefde zinnen-verzettende-methode toe te passen genaamd shoppen. Al shoppend wordt tobberigheid  verslagen door hebberigheid. Als de magische tekst 50% korting op een prijskaartje verschijnt worden alle gedachtes overheerst door de dit-is-zo’n-koopje-dit-kan-ik-niet-laten-schieten-daar-krijg-ik-spijt-van-gedachte. Voor huis- tuin- en keukenproblematiek is geen plaats meer. Shoppen is slecht voor de portemonnee maar goed voor de tobbende geest.

Onderweg naar  het winkelcentrum stuiten we op een afschuwelijk tafereel. Een vrouw van begin 70 ligt op haar buik , ze ademt zwaar, ze beweegt niet. Haar fiets ligt naast haar, op de straat onder haar hoofd ontstaat een steeds grotere plas bloed. Het ongeluk lijkt net gebeurd te zijn. De automobilist die haar aangereden heeft staat hulpeloos over haar heen gebogen. Een omstander is al bezig 112 te bellen.

“Mag ik uw telefoon gebruiken, ik moet mijn moeder bellen”, de automobilist, staat trillend van de schrik, plotseling naast me, “natuurlijk”, zeg ik. Maar in plaats van de telefoon aan de man te geven probeer ik zelf het nummer wat de man doorgeeft te bellen. Dat mislukt, in de stress tik ik twee keer verkeerde nummers in. Ik ben niet goed in noodsituaties. Ik ga in de slow   motion stand. Mijn dochter ziet mijn trage gestuntel en geeft haar telefoon aan de man, ” bel zelf maar”, zegt ze tegen hem.

We staan er verloren bij, het ziekenhuis ligt op een steenworp afstand maar nog geen sirene te horen. Ik wil eigenlijk weg van deze rottige plek maar wil ook wel zeker zijn dat de gewonde vrouw in de ambulance is, dat ze zo goed mogelijk verzorgd wordt.

Als de ambulance eindelijk is gearriveerd vervolgen we behoorlijk aangeslagen onze weg. “ Geen goed begin van de dag, slecht voorteken”, zegt de dochter. Terwijl ik door de salesrekken struin ebt het nare beeld van de  bloedende vrouw op de grond langzaam weg. De winkeltherapie bewijst wederom zijn heilzame werking. Op de weg naar huis fietsen we langs de plek des onheils waar de politie inmiddels alles heeft afgezet om een onderzoek naar het ongeluk te kunnen voltooien. “Mag ik iets vragen, hoe is het met de mevrouw afgelopen? ” vraag ik aan een agent. ” Geen idee, ze is naar het AMC gebracht” . Dat verklaart ook waarom de ambulance er zo lang over deed om te arriveren. Het Bovenij ziekenhuis ligt immers slechts 100 meter verderop.

Thuisgekomen kruipen de minuten voorbij. Ik word hier bloedzenuwachtig van. Ondanks het besef dat ze er goed voorstond na haar tentamens begint bij mij de twijfel toch toe te slaan. Het is inmiddels over vieren. “Ik ga plassen”, met de telefoon in haar hand spoedt de dochter zich naar het toilet. Als ze goed en wel zit gaat de telefoon over. Ik loop naar haar toe, ik wil toch getuige zijn van dit gesprek. “Hallo”, de stem van de mentor klinkt hol in de ruimte “zit je goed, zit je stevig?’’, de mentor moest eens weten hoe stevig ze zit. “Ja, hoor, ik zit prima” de nervositeit in haar stem is duidelijk hoorbaar. “ Je bent geslaagd en je hebt het super goed gedaan. Met een gemiddelde van 7,3”.

Alle spanning valt van ons af na deze verlossende woorden. Blijdschap en emotie wisselen elkaar af. Ze kan naar het vwo. Een mooie afsluiting van haar havo-tijd. Ik ben zo trots als een pauw.

Je hebt van die momenten in je leven dat je precies weet waar je was toen er iets belangrijks of schokkends gebeurde. Een ding weet ik zeker, mijn dochter zal nooit meer vergeten waar ze zat toen ze gebeld werd door de mentor met haar einduitslag van haar Havo-examen.

 

2 gedachtes over “Eindexamen”

  1. Wat een goeie dit! Zie alles voor me. Een dag om inderdaad niet snel te vergeten! By the way: nog iets gekocht ?

    1. Natuurlijk nog, een vest en een broek. Dat vest komt natuurlijk altijd van pas, en dat waren niet mijn woorden.

Reacties zijn gesloten.