Als kind vond ik kerst fantastisch, ik leefde er ieder jaar naartoe. In mijn herinnering leek kerst bij ons thuis op een scene uit een zoetsappige kerstmusical, zingen deden we niet maar de harmonie spatte van ons af. In mijn hoofd althans, jeugdherinneringen zijn bedrieglijk, het magische denken in je kindertijd legt soms een romantisch waasje over de werkelijkheid. Het Kerstverlangen hoort bij mijn kindertijd, het eerste-kerstdag-kriebel-in-mijn-buik-gevoel is verdwenen. Tegenwoordig verheug ik me meer op de tweede dag, dat is de dag dat we met zijn allen de hort op gaan.
Geloof speelde geen rol bij de opvoeding van mijn broer en mij. Mij ging het om de sfeer van kerst, om de lichtjes en de versieringen. Ik weet nog dat ik het als kind gezellig vond om samen de boom te versieren, ik herinner me de echte kaarsjes én de emmer water naast de boom. Ik vraag me af hoelang ik die echte kaarsjes daadwerkelijk nog heb meegemaakt, vast niet lang want echte kaarsjes zijn romantisch maar praktisch gezien een ramp. Nadat we afscheid hadden genomen van de echte kaarsjes werd er gekozen voor een snoer met bontgekleurde lampjes. Dat snoer vond ik ontzettend mooi, hoe meer kleur en blingbling er in huis kwam hoe kersteriger ik het vond. Pas jaren later toen mijn moeder verzuchtte dat we nu wel oud genoeg waren om de rood, groene en paarse lampjes de deur uit te doen, dat het tijd werd voor een mooiere witte kerstverlichting begreep ik pas dat ze het felgekleurde snoer altijd oerlelijk had gevonden.
De pakjes onder de boom hadden een ongelofelijke aantrekkingskracht, hoe langer ze er lagen des te nieuwsgieriger ik werd. Het stiekem voelen aan de pakjes en fantaseren over de inhoud was eigenlijk nog leuker dan het uitpakken zelf. Maar het absolute hoogtepunt van de eerste kerstdag was voor mij toch echt het ontbijt. Bij het ontbijt moest de huiskamer zo donker mogelijk zijn omdat de tafel door niets anders verlicht diende te zijn dan door de lichtjes in de boom en de kaarsjes op de tafel dus moesten we vroeg opstaan. Hoewel vroeg opstaan mij doorgaans alleen sacherijn oplevert stond ik als kind op eerste kerstdag altijd te trappelen om zo vroeg mogelijk naar beneden te gaan. Benieuwd naar de mooi versierde ontbijttafel. Mijn moeder dekte de ontbijttafel de avond ervoor en elk jaar zag die er weer anders uit. Dan stond het mooie serviesgoed op een gekleurd tafellaken versierd met linten en glitters, bij ieder bord stond een kaars.
Het ontbijtmenu bestond uit kersttimpen en kruidbroodjes (volgens mij typisch Rotterdams, warme broodjes met krenten en rozijnen met een bepaald kruidenmengsel met een flinke lik roomboter erop die er dan zo lekker in wegsmolt) en mijn lieve oma was er altijd bij. Mijn broer en ik deden altijd een wedstrijd wie de meeste broodjes naar binnen kon werken, tot buikpijn aan toe. Ik vond ze altijd heerlijk, zelfs als ik er nu aan denk loopt het water me in de mond. Na het ontbijt werden dan eindelijk de pakjes geopend.
Ouders en oma zijn al jaren geleden overleden en omdat we met het gezin sinds de geboorte van de kinderen afreizen naar de schoonfamilie in Zeeland voor de kerst heb ik de kerst-ontbijttraditie helaas nooit kunnen overdragen aan mijn dochters. Zij zijn opgegroeid met een andere traditie, met ingetogen blingblingvrije versiering, zonder linten, glitter en kersttimpen maar met rollade en kerststol op de ontbijttafel. Zij zullen, later als ze volwassen zijn, ongetwijfeld, net als hun moeder nu, met weemoed terugdenken aan kerstherinneringen uit hun jeugd. Toen je er nog van uitging dat alles altijd hetzelfde zou blijven en kerstvieren met je ouders en je oma een vanzelfsprekendheid was.
Als je niet weet wie de ploetervrouw is lees dan Wie en waarom