Wil je weten hoe zwaar het is om een ploetervrouw te zijn? Eigenlijk zou ik de vuile was natuurlijk binnen moeten houden. Eigenlijk zou de ploetervrouw dit onder de pet moeten houden en stilletjes in een hoekje moeten gaan zitten wachten tot het weer is overgewaaid. Dit delen met de wereld is onverstandig maar het is te groot. Ik kan het niet alleen verwerken, ik moet het kwijt.
De breuk (lees De Operatie) heeft de anders zo drukke ploeterman gedwongen het merendeel van de dagen op de bank te verslijten. Op de bank kun je verschillende dingen doen, je kunt gaan zitten en in alle rust en stilte je leven overdenken of oplossingen voor wereldproblematiek verzinnen. Je kunt dikke pillen van boeken gaan lezen of juist lichtzinnige lectuur tot je nemen. Je kunt diepzinnige gesprekken voeren met je gezin. De ploeterman doet echter niets van dit al.
De ploeterman heeft iets ontdekt waar hij helemaal blij van wordt. Hij heeft ontdekt dat hij alle herhalingen van Het Familiediner terug kan kijken. De ploeterman heeft een zwak voor Bert, voor glibberige reli-Bert, de ruzie bemiddelaar. Alles wat Bert zegt vindt hij leuk. Dat zou helemaal niet erg hoeven te zijn als hij in alle eenzaamheid zou kijken. Maar de ploeterman heeft graag de ploetervrouw aan zijn zijde, om samen het Diner te ervaren om te kunnen sparren over alle ins-and-outs van de ruzies en vooral om zijn bewondering over Bert te kunnen delen.
Als Bert dan gaat bemiddelen tussen twee ruziënde broers die werken op een visafslag en heel flauw aan komt kakken met een vissenkom met twee door een schotje gescheiden goudvissen, tikt hij me aan, trekt zijn wenkbrauwen op en in zijn ogen verschijnt de leuk-gevonden-hè-van-Bert-blik. Hij geniet met volle teugen van de Bert ’s spitsvondigheid.
Nu heeft de ploetervrouw best wel wat over hoor voor haar herstellende man maar ik denk dat eenieder begrijpt dat twee achtereenvolgende afleveringen van Het Diner bekijken best wel zwaar is, zelfs voor een ploetervouw. Na al die familie-ellende is de ploetervrouw dan wel weer toe aan wat positiviteit. Als de man dan vraagt “zullen we er nog eentje?” dan kan de ploetervouw het niet laten om toch maar te verzuchten ‘nu even niet, later’.
We hebben ze geloof ik bijna allemaal gehad en de man is van plan om morgen de bank te verlaten dus er is hoop! Maar ik wilde het toch even kwijt.
Haha, die onderdanige zeikerige Bert! Ik vind m altijd een beetje zielig eigenlijk. Met die onwillige domme ruziepotten altijd…
Leuk stukje weer Gabriella!