Het jongste ploeterkind komt thuis en ziet dat ik bezig ben een blog te schrijven, ‘ik weet hoe je echt een succesvolle blogger kunt worden’, zegt ze. ’ Je moet schrijven over voeding, mode of make-up’. Daar was ik reeds achter gekomen. De blogs van ‘Groene meisjes’ die het wiel voor de 2000ste keer aan het uitvinden zijn door een nog beter recept van de aller-aller-allerlekkerste dubbelgebakken appeltaart met gezouten karamel vulling te beschrijven of de blogs waar modepopjes en make-up pubers beschrijven welke tas bij welke sjaal past en welke lipgloss nu echt 48 uur blijft zitten zijn talrijk én ze worden enorm goed gelezen. Ik ben me ervan bewust dat mijn geleuter over dagelijkse ditjes & datjes geen groot publiek zal kunnen bekoren maar het is het enige wat ik kan en leuk vind om te doen. Dat een bekende schrijfster gebruikt maakt van mijn tekst ‘ík ben een ploeteraar’, (ik was toch echt eerder, Franca) heeft niets met dit alles te maken maar ik vind het gewoon leuk om te vermelden vandaar de foto. Pure plagiaat en dat van Franca Treur(ig), Shame on you!
Ik zit de laatste tijd wel in een blogdip, het heeft niets te maken met writersblock, ik heb zat ideeën. Ik lijd meer aan het ‘als-ik-niet-leer-of-niet-solliciteer-ben-ik-niet-goed-bezig-syndroom’. Het is een rotsyndroom want het werkt verlammend. Ik voel me schuldig als ik niet aan het leren ben. Als ik niet leer of een poging tot leren aan het doen ben, ben ik soms uren vacatures aan het doornemen waar ik eigenlijk helemaal de kwalificaties niet voor heb. Zinloos tijdverdrijf, achteraf bedenk ik altijd dat ik in die verloren tijd beter een blogje had kunnen typen, had ik nog wat lollige uurtjes kunnen beleven.
De afgelopen maanden, d.w.z. voordat ik de cursusdoos met boeken voor de doktersassistente opleiding binnen had gekregen, was ik in een zeer creatieve stemming. Als ik zin had om te schrijven schreef ik en als ik zin had om te schilderen dan schilderde ik. Daarnaast was er altijd nog wel een klus in huis of in de tuin, geen moment verveling. Ik besef dat het een vrij decadent bestaan is om je tijd naar eigen inzicht te kunnen indelen, het is slechts weinige gegeven en het is zeker eindig. Er groeit van alles in mijn tuin maar een geldboom heb ik helaas nog niet kunnen ontwaren.
De reacties op mijn carrière-switch van de commercie naar de zorg variëren van Jak-waar-begin-je-aan tot aan top-dat-moet-je-doen. Het Jak-idee wordt doorgaans veroorzaakt door de perceptie van menigeen dat een assistente de ganse dag met de eendenbek in de hand de vrouwelijke flora en fauna aan het bestuderen is. Nu dien ik te bekennen dat het eendenbek-gedeelte van de opleiding mij absoluut het minste bekoort. Aan ieder beroep kleeft een keerzijde en die van mijn toekomstige beroep zit op kruishoogte.
Een carrière als doktersassistente was niet mijn kinderdroom, ik was liever de baas dan de assistente maar in mijn huidige levensfase dien ik ook pragmatisme te betrachten. Ik wil weg van de commercie, van geld en grafiekjes word ik niet blij en ik ben niet trots als ik iemand iets aangesmeerd heb. Ik wil contact met mensen en ik wil het gevoel hebben van voldoening, dat ik iets aan het doen ben waar ik anderen mee help.
Ik wil ook zo snel mogelijk weer aan de slag kunnen, de opleiding is overzichtelijk en ik wil gewoon heel banaal een lekker omkaderd beroep. Ik kan dan op een feestje zeggen “ik ben doktersassistent” en iedereen weet wat ik bedoel. Voorheen lukte me dat niet zo, ik verzandde dan in een omschrijving van mijn beroep en dat kwam er meestal op neer dat de aandacht bij de gesprekspartner aanzienlijk verslapte na de eerste drie woorden van mijn uitleg. Ik heb het ook altijd bijzonder gevonden dat de eerste vraag op een feestje bij een vreemde meestal is wat doe je? Alsof je beroep je hele zijn definieert, Ik ben nooit geweest wat ik doe, ik ben gewoon wie ik ben.
Ben je benieuw wie de ploetervrouw is lees dan Wie en Waarom
Alle tekst op deze site is © ploetervrouw