“Het wc-blokje is uit de pot verdwenen weet jij hoe dat kan? ”, vraag ik aan de ploeterman. “Ja dat weet ik, nadat ik gisteren naar de wc was geweest was het ding ineens verdwenen, hoogstwaarschijnlijk doorgespoeld denk ik” antwoordt hij doodleuk. Het kwartje begint bij mij te vallen, gisteren is ons gezin ternauwernood ontsnapt aan een mini watersnoodramp, de toiletpot leek bijna te gaan overstromen na het doortrekken, de doorgang werd geblokkeerd en ik snapte er niets van. Na eerdere riooldrama’s is iedereen doordrongen van de noodzaak van het naleven van het toiletgebruik protocol, d.w.z. de pot is exclusief bestemd voor de lozing van lichaamseigen producten.
Ik kijk hem vol ongeloof aan, “dit meen je toch niet he? je ziet dat ding verdwijnen in de toiletpot en jij laat het zomaar gebeuren? Dan vraag je toch om een verstopping.” Ik begin aardig geïrriteerd te raken, mijn stem krijgt een octaafje erbij, “je had dat ding gewoon met je handen er gelijk uit moeten vissen, straks zitten we met een giga-rekening van de loodgieter’. Als er iemand in dit huis zijn stem verheft wordt die doorgaans met een nog hardere stem van repliek gediend dus de ploeterman schreeuwt vrolijk terug. “Tja, maar wie hangt er nu zo’n raar ding op in het toilet, dat is toch onzin, levensgevaarlijk, slaat werkelijk helemaal nergens op. Degene die zoiets ophangt die vraagt gewoon om problemen!”
Een paar dagen voor dit incident voeren we een pittig ouder-kind gesprek met jongste dochter D. Ze heeft haar woordrapport mee naar huis gekregen en daar prijken een aantal onvoldoendes op die met name te wijten zijn aan het niet op tijd inleveren van schoolwerk. Op de vraag waarom de werkjes niet op tijd zijn ingeleverd passeren er verschillende redenen de revue, van “Ja, maar Sofie had het ook niet op tijd ingeleverd” tot “toen ik op wilde schrijven wat ik moest inleveren was de les al voorbij”. Eigenlijk is de conclusie van D dat de rest van de wereld schuldig is aan het feit dat zij haar opdrachten niet op tijd inlevert, D treft geen enkele blaam.
Het is niet de eerste keer dat de onderwerpen verantwoordelijkheid nemen en de schuld bij jezelf zoeken worden aangesneden dus de ploeterman en ondergetekende kijken elkaar aan op het moment dat D diep zuchtend en met rollende ogen kans ziet om aan deze oudergesprekmarteling te ontvluchten en de kuierlatten neemt. We vragen vertwijfeld aan elkaar ‘altijd de schuld bij een ander leggen van wie heeft ze dat toch?’ Bij negatieve karaktertrekken van je eigen nageslacht kun je sowieso maar beter de schuld in de schoenen van de genen van de verre, onbestaande, achterlijke tak van de familie schuiven.
Vandaag is een dag dat er twee mysteries in één klap worden opgelost. De oplossing van het mysterie van de verstopte pot verheldert tevens de prangende van-wie-heeft ze-het-toch-erfelijkheids-kwestie? Laat de verre familieconnectie-theorie maar zitten, deze appel blijkt zoals gewoonlijk dicht bij de boom te vallen.
Wil je weten wie de ploetervrouw is? Lees Wie en waarom.