La femme qui éclabousse. Les vacances!

We zijn op vakantie! Na twee dagen reizen komen we aan op de plaats van bestemming. De eerste week brengen we door in Mougins, Côte d’Azur. We zijn deze week met z’n drieën, de oudste geniet nu met volle teugen op een festival (Sziget) in Budapest. Veertien jaar geleden brachten we voor de laatste keer een vakantie door aan de franse kust, toen wist ik net dat ik zwanger was van onze jongste, nog slechts formaatje embryo, veertien jaar later toornt ze een aantal cm boven me uit.

Wij zitten in een mooie studio onder een villa met zwembad beheerd door een joviale engels/nederlandse vrouw. Ze is geestig en zeer vriendelijk, ze heeft twee jonge kinderen van ongeveer 7 en 9. Ze spreekt geen woord nederlands, wel vloeiend frans en engels. Ze heeft haar hele leven in het buitenland gewoond en leeft het luxe-leventje van vrouw met villa en personeel. Zo ziet het er in ieder geval uit.

Als we goed en wel zijn geïnstalleerd  wordt de ploeterman plotseling geveld door een venijnige darmbacterie, laten we hem om in de franse sfeer te blijven mesjieu Flatueu noemen, de eerste twee dagen zorgt hij ervoor dat de man niet in staat is iets te ondernemen. Ik word dag twee, terwijl ik foto’s zit te nemen van dochter in het zwembad gestoken in mijn bovenarm door een geheimzinnig insect. Mijn arm zwelt op tot formaat olifantenpoot. Is rood, dik en gloeiend. Geen goed begin!

Dag drie is de man toch in staat om iets te ondernemen, we brengen een bezoek aan Grasse, parfumstad en dineren in Cannes. De man houdt zich goed maar Mesjieu Flatueu is nog niet verslagen. Dochterlief is al gelukkig met haar telefoon, Ipad en als vriendin Wifi dan ook meewerkt is alles goed. Soms is Wifi een stoorzender maar nu is ze ook wel een beetje een zegen.

We brengen een bezoek aan het mooie charmante plaatsje Vence, in elk straatje wil ik foto’s maken, die bijna allemaal mislukken vanwege te weinig licht. Van typische Franse straatjes word ik gelukkig.

De dag erna gaan we naar het strand, de wind waait woest, het strand is stil. Als we onze spullen hebben geïnstalleerd begrijpen we de leegte, om de paar minuten vindt er door de wind een ware zandstraling plaats. Als ik ’s avonds ga douchen moet ik met de douchestraal mijn oor uitspuiten omdat er inmiddels zoveel zand in is beland dat ik er een zandkasteeltje van zou kunnen bouwen.

We genieten van de franse kust, ik was een beetje bevreesd voor de drukte in het hoogseizoen maar het is er relaxter dan ik had voorzien. Op de dag van vertrek spreken we nog even de eigenaresse van de villa, ze is vrolijk had de vorige avond een gezellig feestje maar als ik even doorvraag over haar echtgenoot die ik de hele week niet heb gezien, vertelt ze dat ze dit onderwerp eigenlijk had willen vermijden. Een paar jaar geleden is hij toen de twee kinderen nog heel klein waren overleden. Het is een pijnlijk moment het idee wat ik had deze week wordt gelijk teniet gedaan. Ik dacht heel stilletjes ‘sommige mensen hebben alles, zijn leuk als persoon, gelukkig en ook nog eens rijk’. Zelfs het mooiste huis draagt toch dat bekende kruis.

Nu op naar La bella Italia!

wordt vervolgd. (La donna di vacanza)