Mag het alsjeblieft een onsje meer zijn?

De ploeterman en ondergetekende vergezelden dit weekend de oudste dochter P naar een casting van een modellenbureau. Ze had naar verschillende bureaus foto’s gestuurd en was uitgenodigd om deel te nemen aan een screeningsdag. De onsjebikini moest mee. Zelf ben ik nooit modellenmateriaal geweest dus ik wilde wel eens even checken hoe zo’n casting in zijn werk gaat én ik wilde even zeker stellen dat het geen geile mannenval betrof. De ploetervrouw blijft altijd op haar hoede.

Nu is P geen klein onnozel wicht te noemen, staat ze stevig in haar schoenen en denkt goed na over haar acties maar toch ze zal niet de eerste en zeker ook niet de laatste zijn die door sluwe lieden om de tuin wordt geleid, dat kan ook de voorzichtigste oudere jongere overkomen. Het bleek allemaal koosjer, twee Italianen en één Nederlander, waarvan er één een bekende fotograaf zou moeten zijn (helaas weet ik de naam niet) monsterden de potentiële modellen in een grote koude fotostudio.

Het ene lange lijf na het andere stapte de fotostudio binnen. Ik heb benen gezien waar ik als humptiedumptie vrouw met korte pootjes jaloers op kan worden, je zou er hoogtevrees van kunnen ontwikkelen. Als mijn romp van mijn schoft valt ben ik in een fractie van een seconde beneden maar deze meiden hadden stuk voor stuk superslanke lijven met benen van ongeveer twee meter, die hebben tijdens hun val nog tijd over om hun zonden te kunnen overdenken.

P heeft gelukkig de genen overgenomen van de ploeterman wat figuur betreft, lang en zeer slank. Daar stond ze dan in die grote koude ruimte in een minuscuul zwart bikinietje voor een fotoklikkende cameraman, de centimeter werd tevoorschijn getoverd om haar maten op te nemen. “Je heupen zijn 1 centimeter te breed”, zei de Nederlandse man. “Als ik je nu naar Milaan zou laten vliegen zou je teruggestuurd worden om die ene centimeter, dan pas je niet in de samples. Is me al eerder gebeurd met een van de meiden”. Nu is P niet echt breed gebouwd en is er geen grammetje vet op die heupen te bekennen. Als P al niet meer binnen die marge valt welke gezonde jonge vrouw die probeert goed te blijven eten dan wel?

Deze week zag ik een verschrikkelijke documentaire over een meisje die uiteindelijk overlijdt aan de gevolgen van anorexia, ze hongert zichzelf uit. Hartverscheurend en onbegrijpelijk. P heeft zelf voor de casting gezegd ‘’ als ze willen dat ik af ga vallen dan hoeft het voor mij niet’, dus ik geloof dat ze heel goed weet wat gezond is en wat voor haar de grens is. Er zijn natuurlijk zat meisjes die jonger zijn en onzekerder. Die jonge meisjes krijgen te horen dat ze te dik zijn en ontwikkelen het idee dat ze moeten gaan lijnen, met als resultaat een ongezonde manier van omgaan met voeding.

Ik raakte in een discussie over deze bizarre richtlijnen voor de modellenmaten met de ploeterman. “Die mannen kunnen er niks aan doen, die moeten zich houden aan de richtlijnen”, bracht hij uit. Natuurlijk weet ik dat die mannen er niets aan kunnen doen, de mode-industrie zelf moet iets aan die bizarre richtlijnen doen. Moeten de meisjes zo extreem dun zijn om kleding goed over het voetlicht te kunnen brengen? Een paar kilootjes extra zodat modellen op een gezonde manier met voeding om kunnen gaan maakt de kleding echt niet minder aantrekkelijk, voor mij zeker niet, ik kijk liever naar een model met een gezond lijf en een gezond gezicht, waar ik me beter mee kan identificeren dan naar een model met een te schonkig lijfje en een bleek afgetrokken uitgeteerd hoofd waarvan je weet dat ze zichzelf uithongert.

Deze column staat ook weer (verkort) op metronieuws.nl dus je kunt weer stemmen. Zie link hieronder. De aanhouder wint! Als je niet weet hoe lees dan eerst mijn vorige blogje Ploeterverzoek

http://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/ploetervrouwnl/mens-maatschappij/2016/12/mag-het-alsjeblieft-een-onsje-meer-zijn

Tja en als je niet weet wie ik ben lees dan Wie en waarom

Ploeterverzoek

Beste lezer,

ik ben deze website begonnen omdat ik het leuk vind om te schrijven én omdat ik het leuk vind dat jij de moeite neemt om het te lezen. Ik krijg aardig wat positieve reacties maar heb werkelijk geen flauw benul hoeveel lezers mijn site werkelijk bezoeken. Ik zou het nog leuker vinden om mijn lezerspubliek een beetje uit te breiden. Ik heb daarom de vorige blog (Daar wordt aan de deur geklopt) in verkorte versie op de website van www.metronieuws.nl  bij de lezerscolumns gezet. Ik zou het zeer waarderen als jij op mijn stemt, als er stemmen genoeg binnenkomen zou de column in de krant kunnen verschijnen.

Dus wees lief en bezoek mijn link, let wel op de telefoon is het niet mogelijk te stemmen (volgens mij) wel via Facebook. Je dient je om te kunnen stemmen wel te registreren.

http://www.metronieuws.nl/lezerscolumn/ploetervrouw/mens-maatschappij/2016/11/daar-wordt-aan-de-deur-geklopt

Maak de ploetervrouw blij!

 

Daar wordt aan de deur geklopt!

De ploeterdametjes stonden deze week met hun 1.75 m lange lijven uit volle borst zingend voor de schouw, schoen gevuld met een armzalig bospeentje, een schoenbakje water ernaast. Elk jaar herhaalt zich hetzelfde ritueel dus de ploetervrouw was al voorbereid, de letters lagen in de kast. Ik heb Sinterklaas altijd een leuk feest gevonden. Op mijn vijfde was het Sinterklaascomplot al geen geheim meer voor mij. Omdat ik dat best wel jammer heb gevonden wilde ik bij mijn eigen kinderen het sprookje zolang mogelijk in stand houden.

De ploeterkinderen zijn beiden hardcore Sintgelovig gebleven tot ongeveer hun negende. Voor mij was dat ongeveer wel de ultieme grens, als je met je negende nog denkt dat de Sint echt met zijn paard over daken rijdt begint het gênant te worden en wordt het tijd om het sprookje om zeep te helpen. Het oudste ploeterkind P had aan de confrontatie met de keiharde waarheid toch nog wel een traumaatje overgehouden vertelde ze deze week. Die vond plaats toen we in Italië op vakantie waren.

De ploeterman en ik bespraken in een winkel in het bijzijn van P de prijs van een Playmobiel Circus dat het jongste kind D bij de afgelopen Sintviering had gekregen. P keek ons verschrikt aan “maar dat circus hebben jullie toch niet gekocht? Dat was toch van de Sint?’’. Ik was eigenlijk in de veronderstelling dat ze dit allang wist maar dit leek me een goed moment om maar eens met de billen bloot te gaan en de waarheid uit de doeken te doen. Ze reageerde gechoqueerd. “Maar die schoenkadootjes dan? Die schoenen hebben jullie toch niet gevuld, dat zouden jullie nooit doen?’’. Plotsklaps op die bloedhete dag in juli viel ineens het hele sprookje in duigen en moest ze twee behoorlijk pittige waarheden verwerken, dat de Sint niet echt was én dat haar ouders tegen haar hadden gelogen.

Mijn vroege besef dat de Sint geen goedheiligman was maar gewoon ome Arie van driehoog met een mijter op zijn hoofd had niks te maken met een onderzoekende intelligente geest maar domweg met het feit dat mijn driejaar oudere broer R mij haarfijn uit de doeken deed dat het Sintverhaal één grote leugen was. Hij wilde mij behoeden voor het trauma dat hem ten deel was gevallen nadat mijn ouders hem hadden ingelicht dat Sint niet bestond. Hij voelde zich door hun zo bedrogen, zijn vertrouwen was zo beschaamd, als je zelfs je ouders niet meer kan vertrouwen wie kun je dan nog wel vertrouwen?

Op mijn zevende stelde mijn moeder ons voor een dilemma. We waren niet meer gelovig dus de vraag was of we kadootjes wilden ontvangen met Sinterklaas of met kerst? Na rijp beraad maar met pijn in het hart werd er besloten voor kado’s onder de kerstboom. Aldus geschiedde, op 5 december zaten we gezamenlijk met een warme kop chocolademelk kadoloos op de bank toen er plotseling hard op de voordeur werd gebonsd. “Dat is een vergissing, zal wel voor de buren bedoeld zijn’, riep mijn moeder vertwijfeld uit en ze spoedde zich gevolgd door ons naar de voordeur.

Voor de deur stond een grote kartonnen doos en op die doos stond in grote letters voor de familie van der V. Moeder wist niet meer waar ze het zoeken moest. “Dat klopt niet hoor’ bleef ze maar herhalen ‘we zouden toch niets met sinterklaas doen?’’. De doos werd naar binnen gebracht en geopend. In de doos zaten talloze in krantenpapier verpakte pakjes.  Voor iedereen in het gezin waren er verschillende presentjes. Moeder opende het eerste pakje waar een goud geverfd hoofd van klei uit tevoorschijn kwam, het was een klompje klei waar een neusje en wat haartjes op waren geplakt, iemand had haastig haar hoofd proberen te kleien maar had de verhoudingen behoorlijk uit het oog verloren. Vervolgens maakten we een voor een de pakjes open. Uit het ene pakje kwam de asbak die anders altijd op de glazen tafel stond uit de andere kwam een mok uit de keuken, uit nog een andere kwam het vaasje dat normaliter op de kast stond. De halve huisraad kwam uit de doos tevoorschijn.

R vond een vijf december zonder kado’s maar saai en was samen met een vriendje lekker creatief aan de slag gegaan. Het vriendje had op de deur gebonsd en de doos op ons stoepje achtergelaten. Zo werd het toch nog een gedenkwaardige vijf december. Het vertwijfelde gezicht van mijn moeder bij het zien van de doos zie ik nog zo voor me, alsof ze toch echt heel even begon te geloven dat Sinterklaas misschien toch geen sprookje was.

Lees wie en waarom als je niet weet wie de ploetervrouw is.

Verdwijngat gezocht

De ploetervrouw maakt zich zo af en toe ook schuldig aan een hillarietje, je kent gat-in-grondhet wel als de tong sneller werkt dan het brein, dat je achteraf denkt waarom heb ik niet twee seconden nagedacht voordat ik mijn onderbuik liet spreken? Ik kan me voorstellen dat Hillary zichzelf, nadat ze het hele electoraat van haar opponent op nationale televisie had bestempeld als een verzameling sneue mislukkelingen, veelvuldig heeft vervloekt voor haar eigen dommigheid. Ik ga er dan wel vanuit dat ze deze uitspraak in een spontane opwelling eruit heeft gefloept en dat ze hier niet samen met haar campagneteam twee dagen over aan het brainstormen is geweest.

De hillarie die deze week zomaar in me opkwam is er een van behoorlijk wat jaren terug toen het oudste ploeterkind P nog een klein peetje was. Omdat P vanaf haar vijfde jaar geteisterd werd door oorontstekingen waren wij kind aan huis bij de KNO-afdeling van het Bovenij ziekenhuis. Doorgaans was haar behandelend arts Dhr. vd L maar omdat hij deze keer met vakantie was werden wij ontvangen door een vervangende arts, Dhr. B. Vanaf het moment dat ik samen met P de deur van de behandelkamer binnenstapte heerste er een vreemde sfeer. Mijn uitgestoken hand werd door dokter B domweg genegeerd en zijn gedrag t.o.p.v. mij was ronduit onbeschoft te noemen. Hij richtte zich volledig op mijn dochter en leek mij wel volkomen  te willen negeren. Hij onderzocht P’s oren en stelde voor dat we na een paar dagen zouden terugkeren om te checken of de voorgeschreven medicatie het gewenste effect had gehad. Ik kan me na zo lange tijd niet meer precies herinneren wat hij exact tegen me zei in die behandelkamer maar ik herinner me nog wel dat hij en passant een paar misplaatste grappen ten koste van mij probeerde te maken en dat ik het ziekenhuis uitstapte met een enorm rot gevoel.

Tijdens het avondeten spuugde ik mijn gal over het voorval. “Hoe kan zo’n enorme botte eikel met zo’n gebrek aan mensenkennis en gespeend van elk gevoel voor situatie überhaupt patiënten  behandelen. Het zou verboden moeten worden, hij zou beter tot zijn recht komen in een beroep waar menselijk contact tot een minimum was beperkt”, bracht ik uit.

Enkele dagen later stapte P en ik zijn behandelkamer weer binnen. P nam vrolijk plaats op de stoel voor zijn bureau en ik zette mij neer op de stoel naast haar. “ Zo, hoe gaat het?” vroeg hij aan P. “goed hoor”, antwoordde ze monter. “’weet je, mijn moeder heeft gezegd ……” , Oh nee he, ik keek haar verschrikt aan, ze zal toch niet herhalen wat ik aan de keukentafel gezegd heb? In die fractie van een seconde die wel een eeuwigheid leek te duren flitste er van alles door mijn hoofd, ze zal toch niet hè?. …..dat ze jou een enorme eikel vindt”’, ging P vrolijk verder en ze lachte er nog schattig bij ook. Ik durfde amper op te kijken, de kleur van mijn hoofd veranderde in een zongerijpt tomaatje. Kon ik nu maar met stoel en al door een heel diep gat zakken, ik zou overal willen zijn behalve hier, nu.

Dokter B was met stomheid geslagen je kon een speld horen vallen, het bleef eindeloos lang stil. Ik durfde hem niet meer recht in het gezicht aan te kijken, de gene was te groot. Ik weet nog dat elke resterende minuut in die ruimte samen met hem voelde als een marteling, het moment dat we de kamer konden verlaten viel er een loodzwaar stuk beton van mijn schouders. De keren daarna dat wij de afdeling KNO bezochten was ik continu op mijn hoede, bang dat ik hem tegen het lijf zou lopen op de gang . Als ik ook maar enigszins zijn aanwezigheid vermoedde stopte ik mijn neus zo diep mogelijk in een magazine, deze man kon ik nooit meer onder ogen komen.

Ken je de ploetervrouw nog niet? lees dit dan maar even.

Vijftig is niet oud!

Hoe achterhaald is het idee dat je kansen op de werkvloer verkeken zijn als je 50 bent geweest­­­­? De burgemeester komt tegenwoordig niet meer langs in het bejaardenhuis bij een 100-jarige, 100 jaar worden is geen unicum meer.  Na je 502vijftigste ben je minimaal nog zeventien jaar werkzaam, mensen blijven steeds langer actief en gaan na hun pensioen niet in hun bloemetjesjurk achter de geraniums zitten wachten tot ze door kunnen verhuizen naar een bejaardenwoning. De pensionado’s die ik ken nemen het ervan en trekken erop uit, zolang je gezond blijft kun je lang actief zijn.

Waarom blijft die leeftijdsgrens van vijftig dan zo belangrijk voor de werkgever­­?  Ik ben eruit geknikkerd een paar maanden na mijn vijftigste verjaardag, de eerste gedachte die door mijn hoofd schoot was ‘wat nu? Ik ben vijftig, niemand wil mij meer aannemen’. Het lijkt een bespottelijke gedachte maar blijkt wel de realiteit. Sollicitatiebrieven worden vaak niet eens meer netjes beantwoord, voor jou vijftig anderen.

Ben ik met vijftig bejaard? ik sta geestelijk sterker in mijn schoenen dan twintig jaar geleden. Mijn brein functioneert, ik ben gezond, ik heb meer levenservaring en geen hele kleine kinderen meer. Een werkgever zou juist blij moeten zijn met een stabiele werknemer met kennis die niet voor iedere snotneus naar huis geroepen kan worden. Een vijftiger is simpelweg te duur, een jonkie kun je nog kneden en is nog relatief goedkoop.

Een ontslag komt hard aan, het idee dat je zonder pardon zonder enig gevoel voor de persoon aan de kant wordt geschoven raakt je zo diep. Was ik nu maar gewoon lekker een paar dagen thuis gaan zitten als ik hondsberoerd was, het lijkt niets uit te maken dat je je altijd plichtsgetrouw aan je taak kweet. De werknemer die zich standaard iedere maand twee dagen ziekmeldde en de werknemer die standaard te vroeg huiswaarts keerde zitten er nog en jij kan gaan, rechtvaardigheid nul daarvoor in de plaats stank voor dank.

Als je zwanger bent zie je opeens overal zwangere dames rondlopen als je ontslagen bent kom je ineens overal ontslagslachtoffers tegen. De meesten van hen zijn duidelijk persoonlijk geraakt door het ontslag. Wat kan ik eigenlijk was en is de vraag die ik mezelf veelvuldig stel. Door een ontslag ga je twijfelen aan je kunnen en je eigenwaarde loopt een behoorlijke knauw op.  Het verlies van een baan is meer dan alleen verlies van inkomsten, ik heb het idee dat dat flink wordt onderschat. Ik heb behoorlijk wat verdriet en verbittering gezien en heb zelf ook een proces gehad van acceptatie. Het is zo gemakkelijk om in boosheid en verzuring te vervallen en uiteindelijk ben je daarvan alleen zelf het slachtoffer de wereld draait vrolijk verder.

Ik heb inmiddels wel begrepen dat ontslag niet persoonlijk opgevat moet worden en ben bezig om mezelf om te scholen om toch weer wat meer kansen te scheppen voor een hopelijk fijne baan. Maar toch knaagt ook wel vaak de onrust en twijfel of het nog wel gaat lukken, willen ze me nog wel? Ik geef er niet om of ik veel geld kan verdienen, wil het liefste iets doen waar ik me prettig bij voel, geld is secundair maar blijft helaas wel belangrijk om een lekker leven te kunnen blijven leiden. Ik hoop dat er uiteindelijk ook bij de werkgevers een omslagpunt zal komen dat leeftijd niet meer zo’n cruciale rol zal spelen bij sollicitatieprocedures. Het zal wel moeten toch? De arbeidsmarkt kan zich toch niet blijven richten op de jeugd terwijl de samenleving vergrijsd?

Wil je weten wie de ploetervrouw is? Lees dan Wie en waarom

Feestgedruis

Zaterdag was een feestelijke dag. We waren uitgenodigd voor twee feestjes.  verjaardag-1Het is fijn om te bemerken dat mijn alter-ego lekker wordt opgepikt, ik werd bij beide feestjes vaker begroet met ‘hé ploetervrouw’ dan met mijn geboortenaam. Dat deed de ploetervrouw deugd, geeft me toch het gevoel dat ik niet voor alleen Jan met die hele korte achternaam zit te typen. Ben wel zo’n ijdeltuit dat ik toch erkenning zoek voor mijn ‘noeste’ arbeid. Bij een andere festiviteit een paar maanden geleden nam iemand mij serieus terzijde om in alle ernst te vragen waarom ik mijn website de ploetervrouw noemde, dat was zo negatief en ik was toch zo’n leuke vrouw, ploetervrouw dat kwam zo tobbend over.

Feest één was bij gezin A te L, de kinderen van het gezin hadden de respectabele leeftijden van 19 en 16 bereikt en daar moest natuurlijk op gedronken worden. Moeder P en vader J vormen een gezellig feestsetje, na de vorming van gezin A is via natuurlijke weg een heldere verdeling der (feest)taken ontstaan. Vader J geniet het meest als hij de pollepel ter hand kan nemen om de inwendige mens te verblijden met lekkere happen, en moeder P investeert veel tijd in gezelligheidssfeeroptimalisatie. Als ik hun stulp bezoek is er minimaal één muur opnieuw gesausd. Een bezoek bij de ploetervrouw verloopt zonder verassingseffect, als de meubels eenmaal zijn gesitueerd blijven ze een decennium op exact dezelfde plek staan, muren worden pas gesausd als de oorspronkelijke kleur niet meer definieerbaar is.

Voor de volgende festiviteit trokken we verder naar het zuiden, nicht S vierde haar 40ste verjaardag. Het leven van S heeft zeventien jaar geleden door een noodlottig auto-ongeluk een tragische wending ondergaan. Van de een op de andere dag veranderde ze van een jonge sportieve vrouw die stond te trappelen om met het volwassen leven te beginnen in een vrouw met een hoge dwarslaesie. Wat ze meemaakt is voor geen mens te bevatten, de zwaarte van haar handicap en de gevolgen daarvan zouden reden genoeg zijn om het bijltje erbij neer te gooien. Maar dat doet ze niet i.p.v. daarvan toont ze haar enorme kracht en levenslust door verder te gaan en zoveel mogelijk uit het leven te halen. Ik denk vaak aan haar, als ik eens een rotdag of een depressieve gedachte heb verfoei ik mezelf, geen enkele reden voor gezeur denk ik dan, S die heeft pas reden tot gezeur. Het feest was super, S zag er fantastisch uit, ze straalde en genoot en iedereen genoot met haar mee.

Na het feest boden we nicht A die vlak bij ons in de buurt woont een lift naar huis aan. A is het type die doorgaans veel levendigheid met zich meebrengt maar gaandeweg de route verflauwde het geluid achter mij. Toen ik achteruit keek om te checken of het wel goed ging op de achterbank zag ik een bleek weggetrokken gezichtje. Ze zag eruit of ze heel snel afscheid zou gaan nemen van haar maaginhoud. Ik ben gewend aan kotsers op de achterbank (twee wagenzieke kinderen) dus in de voorklep van de auto liggen standaard plastic zakjes. ‘Oh wat goed’, piepte A bleekjes, ‘Sorry, sorry, oh ik voel me net zestien, wat errug!’ ze bracht de plastic zak naar haar mond en gaf zich de volgende anderhalf uur over aan de ellendige staat waarin ze verkeerde. Eenmaal bij haar woning gearriveerd stond ze zo zwakjes op haar benen dat ze niet de indruk wekte dat ze heelhuids de tocht naar haar appartement boven zou gaan redden. Het leek me verstandig haar netjes naar haar woning te escorteren.  De volgende dag appte ze dat ze een eitje aan het bakken was en dat ze wel een harstikke leuk feest had gehad en lekker had gedanst!

Wil je weten wie de ploetervrouw is? Lees dan Wie en waarom

 

Blogdip

 

Het jongste ploeterkind komt thuis en ziet dat ik bezig ben een blog te schrijven, plagiaat‘ik weet hoe je echt een succesvolle blogger kunt worden’, zegt ze. ’ Je moet schrijven over voeding, mode of make-up’. Daar was ik reeds achter gekomen. De blogs van ‘Groene meisjes’ die het wiel voor de 2000ste keer aan het uitvinden zijn door een nog beter recept van de aller-aller-allerlekkerste dubbelgebakken appeltaart met gezouten karamel vulling te beschrijven of de blogs waar modepopjes en make-up pubers beschrijven welke tas bij welke sjaal past en welke lipgloss  nu echt 48 uur blijft zitten zijn talrijk én ze worden enorm goed gelezen. Ik ben me ervan bewust dat mijn geleuter over dagelijkse ditjes & datjes  geen groot publiek zal kunnen bekoren maar het is het enige wat ik kan en leuk vind om te doen.  Dat een bekende schrijfster gebruikt maakt van mijn tekst ‘ík ben een ploeteraar’, (ik was toch echt eerder, Franca) heeft niets met dit alles te maken maar ik vind het gewoon leuk om te vermelden vandaar de foto.  Pure plagiaat en dat van Franca Treur(ig), Shame on you!

Ik zit de laatste tijd wel in een blogdip, het heeft niets te maken met writersblock, ik heb zat ideeën. Ik lijd meer aan het ‘als-ik-niet-leer-of-niet-solliciteer-ben-ik-niet-goed-bezig-syndroom’. Het is een rotsyndroom want het werkt verlammend. Ik voel me schuldig als ik niet aan het leren ben. Als ik niet leer of een poging tot leren aan het doen ben, ben ik soms uren vacatures aan het doornemen waar ik eigenlijk helemaal de kwalificaties niet voor heb. Zinloos tijdverdrijf, achteraf bedenk ik altijd dat ik in die verloren tijd beter een blogje had kunnen typen, had ik nog wat lollige uurtjes kunnen beleven.

De afgelopen maanden, d.w.z. voordat ik de cursusdoos met boeken voor de doktersassistente opleiding binnen had gekregen, was ik in een zeer creatieve stemming. Als ik zin had om te schrijven schreef ik en als ik zin had om te schilderen dan schilderde ik. Daarnaast was er altijd nog wel een klus in huis of in de tuin, geen moment verveling. Ik besef dat het een vrij decadent bestaan is om je tijd naar eigen inzicht te kunnen indelen, het is slechts weinige gegeven en het is zeker eindig. Er groeit van alles in mijn tuin maar een geldboom heb ik helaas nog niet kunnen ontwaren.

De reacties op mijn carrière-switch van de commercie naar de zorg variëren van Jak-waar-begin-je-aan tot aan top-dat-moet-je-doen. Het Jak-idee wordt doorgaans veroorzaakt door de perceptie van menigeen dat een assistente de ganse dag met de eendenbek in de hand de vrouwelijke flora en fauna aan het bestuderen is. Nu dien ik te bekennen dat het eendenbek-gedeelte van de opleiding mij absoluut het minste bekoort. Aan ieder beroep kleeft een keerzijde en die van mijn toekomstige beroep zit op kruishoogte.

Een carrière als doktersassistente was niet mijn kinderdroom, ik was liever de baas dan de assistente maar in mijn huidige levensfase dien ik ook pragmatisme te betrachten. Ik wil weg van de commercie, van geld en grafiekjes word ik niet blij en ik ben niet trots als ik iemand iets aangesmeerd heb. Ik wil contact met mensen en ik wil het gevoel hebben van voldoening, dat ik iets aan het doen ben waar ik anderen mee help.

Ik wil ook zo snel mogelijk weer aan de slag kunnen, de opleiding is overzichtelijk en ik wil gewoon heel banaal een lekker omkaderd beroep. Ik kan dan op een feestje zeggen “ik ben doktersassistent” en iedereen weet wat ik bedoel. Voorheen lukte me dat niet zo, ik verzandde dan in een omschrijving van mijn beroep en dat kwam er meestal op neer dat de aandacht bij de gesprekspartner aanzienlijk verslapte na de eerste drie woorden van mijn uitleg. Ik heb het ook altijd bijzonder gevonden dat de eerste vraag op een feestje bij een vreemde meestal is wat doe je? Alsof je beroep je hele zijn definieert, Ik ben nooit geweest wat ik doe, ik ben gewoon wie ik ben.

Ben je benieuw wie de ploetervrouw is lees dan Wie en Waarom

 

Alle tekst op deze site is © ploetervrouw

 

Trumphorror

Het voordeel van een baanloze periode is dat je op een doordeweekse dag het trumpopgenomen debat tussen Hillary en Trump kan bekijken. Het nadeel van een baanloos bestaan is dat je je daar vervolgens heel schuldig over voelt. Ik zou eigenlijk moeten leren dat de talocruralis bestaat uit het bovenste en onderste spronggewricht of moeten solliciteren naar een (top)functie . Als ik dat niet aan het doen ben zou ik mijn koelkast moeten soppen of het gras moeten maaien maar ik kan het niet laten ik wil toch even mijn gal te spugen over De Trump.

Ik was in eerste instantie geen hele grote fan van Hillary, natuurlijk het is een vrouw en ik zou het fantastisch vinden als er nu eindelijk eens een vrouwelijke president van de VS zou komen. Maar alleen kiezen op basis van geslacht is niet mijn ding. May the best person win. Hillary kwam op mij niet oprecht over, mechanisch, hard en onbetrouwbaar. Ik ben behoorlijk beïnvloed door de beeldvorming ik opgedrongen krijg via de media maar uiteindelijk is dat toch het enige waar ik nu op af kan gaan, kan helaas niet even een bakkie doen met Hil om eens even lekker intellectueel met haar te sparren.

Ik heb haar niet haar ogen uit haar hoofd zien huilen toen bleek dat Bill zijn naam eer aan had gedaan door zijn bil niet alleen met Hil te delen maar met zo’n beetje elke troela die zijn Oval office passeerde, dat had haar een wat menselijker gezicht gegeven. Als de ploeterman elke gewillige Miep die hij ontmoet met zijn liefde zou vullen zou hij toch echt zonder mijn ‘inspirerende’ aanwezigheid moeten doorploeteren.

Door het tonen van haar emotie zou ze publiekelijk haar zwakte tonen en dat zou ook moordend zijn voor een topfunctie. Het blijft voor machtige vrouwen toch moeilijker om een gebalanceerd beeld van zichzelf naar buiten te presenteren. Ik wil uiteindelijk als vrouw niet alleen haar capaciteit zien maar ook haar vrouwelijke kant. Mannen hoeven alleen te laten zien dat ze het aankunnen.

Ik heb 90 minuten lang zitten kijken naar een wijzend vingertje van een man met een verbeten dode caviakapselhoofd met tuitlipjes. Hij was zich continu op zijn borst aan het slaan over de triljoenen dollars waar hij de Amerikaanse economie zo mee gespekt had. De zakelijke kaart werd bij elke vraag uitgespeeld.  In mijn geest flitste toch weer heel even het beeld van de Bokito-man door mijn hoofd.

Hillary stond daartegenover, rustig en duidelijk met veel meer kennis van zaken.
Ze legde feilloos zijn megalomane racistische natuur bloot. Zijn uitspraken over vrouwen zijn weerzinwekkend, hij noemde Miss America Miss Piggy en noemde haar ‘de poetsvrouw’ omdat het een Latina was. Ik zou zelf als vrouw niet willen worden vertegenwoordigd door een stupide vrouwenhater en ik hoop van harte dat de vrouwen van Amerika dat ook echt niet zullen willen. Ik baal ervan dat ik nu niet mee mag stemmen want ik zou heel hard willen roepen “Dump Trump, Hillary for president”.

Workshoppen

Ik ben uitgenodigd voor een workshop personal branding en styling. Ik zoek even op wat dat nu eigenlijk inhoud. Personal branding helpt je bij het vinden van de juiste baan en het maken van promotie. Weet wat je uniek maakt en onderscheid je hiermee van anderen. Door jouw personal brand helder te hebben presenteer je jezelf als merk, waarbij je positieve beelden en associaties oproept.

In de make-upuitnodiging staat dat het voor de kleuren analyse van de kledingstyliste raadzaam is om geen make-up te gebruiken. Oei, dat hakt erin bij een vrouw die doorgaans nog geen ommetje wil maken zonder “haar gezicht op te doen”. Ik ben geen zware make-up verslaafde, de foundation producent heeft aan mij een slechte klant maar ik wil toch wel altijd mijn ogen even op orde hebben. Dat vleugje mascara, het idee dat ik met open blik de ander in de ogen kijk i.p.v. met waterige ik-ben-nog-niet-wakker-oogjes geeft me net dat kleine beetje extra zelfvertrouwen. Ik spreek hierbij ook uit dat ik diep respect heb voor de naturelle vrouw die vol zelfvertrouwen de wereld tegemoet treedt, ik heb daar nog wat hulpmiddelen bij nodig, mijn mascara is mijn mattie.

Ik ben natuurlijk bevooroordeeld, de dag voor de workshop spelen er zich in mijn hoofd wilde taferelen af van mijzelf als middelbare matrone tussen een horde kittige dertigjarige powerpoezen in strakke mantelpakjes die elkaar de loef afsteken in belangrijkheid. Ik stel me voor dat we worden toegesproken door een vrouwelijke Ratelband-coach die met verbeten gezicht al Tjakka’end de boel naar een hoger niveau probeert te trekken terwijl de kleding styliste op haar torenhoge paalhakken in haar überhippe outfit met een minzame blik de ’te burgerlijke’ kledij van de ploetervrouw monstert.

Het blijkt niks van dit al. Ik ben wel duidelijk de oudste van het stel maar de dames en de enige man die zich in de zaal bevinden zijn geen van allen strak in het pak en de sfeer is prettig ontspannen. De profileringsexpert houdt een helder en bondig verhaal en komt ontspannen en zelfverzekerd over maar zeker niet dwingend. De kledingstyliste is een bedachtzame goedgeklede vrouw die passievol haar tips met ons wil delen. Deze dames stralen uit dat ze echt lol hebben in hun werk, ik ben jaloers.

Wanneer we elkaar moeten introduceren, zonder kennis van elkaars achtergrond vermeldt mijn buurvrouw dat ze denkt dat ik in de zorg werk en houd van wandelen en tuinieren. Grappig is het wel aangezien de lading lesboeken voor de opleiding doktersassistent deze dag is binnengekomen en ik zeker ook graag wandel, dus daar slaat ze de spijker op de kop. Ik heb een beetje een dubbel gevoel,  liever zou ik wat meer power willen uitstralen en niet voldoen aan het Ria-profiel (wil je weten wat ik hiermee bedoel, lees dan ook Ria c’est moi) maar het sterkt me wel in het gevoel dat mijn carrière switch misschien zo gek nog niet is.

We worden ingedeeld in twee groepen, eerst begin ik met de groep die aan de slag gaat met het profileringsgedeelte en daarna komt de kledingstyliste aan bod. Vind het eerste gedeelte heel zinvol en waardevol om een goed profiel op te kunnen maken voor mijn nieuwe carrière. Het is best lastig om  in een paar zinnen accuraat te kunnen omschrijven wat je denkt dat jou echt geschikt maakt voor een functie.

Bij het tweede gedeelte, het kledingstyle gedeelte voel ik me hoogst ongemakkelijk. Bij iemand waarvan de overtollige kilo’s door geen enkel kledingstuk meer te maskeren vallen, die doorgaans zoveel mogelijk de full-body check in de spiegel ontwijkt, is het best wel  confronterend om minutenlang naar je eigen naturelle ikje in een passpiegel te staren. Daarbij heb ik ook nog een witte doek op mijn hoofd om mijn haar te verbergen en staat er drie man publiek recht in mijn snufferd mijn teint te bestuderen. Twintig kilo geleden was ik blij geweest met deze adviezen maar nu ben ik zo uit mijn comfort-zone dat ik het even niet zo goed oppik. Dat ligt niet aan de styliste dat is natuurlijk mijn eigen probleem.

Ik vond het een leerzame en leuke dag die ik bij andere zou aanbevelen. Zeker als je, zoals ik, je nieuwe plek op de arbeidsmarkt wilt gaan veroveren.

Als je wilt weten wie de ploetervrouw is lees dan wie en waarom

 

 

Bokito-boos

Ik lees een opzienbarend krantenbericht Alessia (25) heeft alle Pokémonnetjes gevangen die je maar vangen kunt. Vanaf de foto lacht een stralende blije Alessiabokito 2 me toe. Haar hobby verschaft haar zichtbare levensvreugde.

Het is zaterdagavond we gaan het jongste ploeterkind D ophalen van een feestje, het feest is bij een vriendinnetje vlak in de buurt. We pakken onze spullen om daarna gelijk door te rijden naar Zeeland, we gaan naar oma die de volgende dag haar verjaardag viert.

Het straatje waar D opgehaald moet worden staat vol met auto’s, geen parkeerplekje meer vrij. De auto parkeren we met de lichten aan even op de stoep aan de raamzijde voor een hoekhuis, binnen zitten er een aantal mensen op de bank tv te kijken. Ik stap uit om D op te halen en de man en oudste dochter blijven even wachten in de auto. Ik loop de straat door zonder het huisnummer te weten, ik zie geen feestgedruis bij de huizen waar ik langsloop. Ik kan beter terug naar de auto gaan om op mijn telefoon het huisnummer te checken.

Terwijl ik de achterklep open om in mijn tas mijn telefoon te zoeken staat er plotseling een kortgebroekte man voor het hoekhuis. Hij roept woedend: “wat staan jullie hier voor mijn deur ga weg! Er wordt hier te pas en te onpas geparkeerd”. Hij staat zo te schreeuwen en straalt zoveel agressie uit dat ik verbouwereerd uitbreng, ‘maar meneer we moeten even iemand ophalen, we zijn zo weer verdwenen’. ‘Jullie moeten daar parkeren’, wijst hij naar de vol geparkeerde straat, ‘als je hier blijft staan bel ik de politie!’. De man wordt steeds bozer en staat zich verschrikkelijk op te winden. We staan inderdaad met de neus van de auto op het stoepje voor zijn huis, de lichten zijn aan maar we staan op ruime afstand van zijn voortuin op de openbare weg, het is duidelijk dat we snel weer zullen vertrekken.

Mijn bloed begint ook te koken van zoveel onredelijkheid ‘Bel de politie maar meneer, heeft u niks anders te doen?’, de boze Bokito-man, de ploeterman en ik blijven zo nog een tijdje bakkeleien en de gemoederen raken steeds verder verhit, de Bokito-man lijkt zich wel op te blazen van woede, tot nog toe heeft hij nog geprobeerd met redelijk beschaafde taal zijn woede over te brengen maar uiteindelijk wordt het hem te veel en begint hij lekker ordinair te schelden. ‘ Klootzak, ik doe je wat’, zegt hij bijna schuimbekkend. ‘Lekker chique hoor meneer’, roep ik terug. De ploeterman die bijna dagelijks met Bokito-mannen te doen heeft is het zat en zegt heel verstandig’, ‘Kom op dit is zinloos, met dit soort mensen valt geen normaal gesprek te voeren laten we gaan’, ik zou het liefst nog even doorgaan maar het is inderdaad zinloos, we taaien af.

Wat bezielt de Bokito-man? Agressief worden om helemaal niks? Wat gaat er in die hersenpan om dat je van je comfortabele bank opstaat, gaat schreeuwen en schelden zodat je je bloeddruk naar een toppunt toewerkt omdat er een auto vijf minuten voor je huis staat?

Het vervelende van dit soort chagrijnige schreeuwlelijkerds is dat ik me nog laat meeslepen ook en dat uiteindelijk mijn eigen humeur eronder lijdt. Helaas kom je pas twee dagen later, als je het vrolijke bericht van Alessia leest op een goede afpoeierzin voor zo’n bullebak, nu zou ik gewoon heel kalm zeggen; “Ach man relax, zoek een leuke hobby, ga lekker Pokémonnetjes vangen’.

Als je wilt weten wie de ploetervrouw is ga dan naar wie en waarom